Een netwerk switch is een apparaat dat wordt gebruikt om meerdere apparaten in een netwerk met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot een hub, die gegevens naar alle aangesloten apparaten verzendt, stuurt een switch gegevens alleen naar het specifieke apparaat waarvoor ze bedoeld zijn. Dit maakt een switch efficiënter en kan de netwerkprestaties verbeteren door netwerkverkeer te optimaliseren.
Enkele belangrijke kenmerken van een netwerk switch zijn:
Datapakketverdeling: Een switch gebruikt de MAC-adressen (Media Access Control) van apparaten om datapakketten naar de juiste bestemming te sturen.
Hoge efficiëntie: Door alleen gegevens naar het bedoelde apparaat te sturen, vermindert een switch de hoeveelheid ongewenst verkeer en congestie op het netwerk.
Lagere latentie: Omdat gegevens gericht worden verzonden, kan een switch de vertraging (latentie) verminderen in vergelijking met oudere netwerksystemen zoals hubs.
Beheer en configuratie: Sommige switches zijn "managed" en bieden mogelijkheden om het netwerkverkeer te beheren, VLAN's in te stellen, en meer gedetailleerde configuraties uit te voeren. Andere zijn "unmanaged" en hebben minder configuratieopties, maar zijn vaak eenvoudiger in gebruik.
Snelheid en poorten: Switches kunnen variëren in termen van snelheid (zoals 10/100/1000 Mbps voor Gigabit) en het aantal poorten dat ze hebben. De keuze hangt af van de grootte en de behoeften van je netwerk.
