Een antenne die compatibel is met DVB-T/T2, DAB+, FM en UHF kan verschillende soorten signalen ontvangen en is daarmee erg veelzijdig.
DVB-T/T2 (Digital Video Broadcasting - Terrestrial):
DVB-T: De eerste generatie digitale televisie-uitzendingen via de ether. Het biedt een betere beeld- en geluidskwaliteit dan analoge uitzendingen en maakt efficiënt gebruik van het beschikbare spectrum.
DVB-T2: De opvolger van DVB-T, met verbeterde bandbreedte-efficiëntie, hogere transmissiesnelheden en betere foutcorrectie. Hierdoor kunnen meer kanalen en hogere resoluties, zoals HD, worden doorgegeven.
DAB+ (Digital Audio Broadcasting Plus):
Dit is een digitale radio-uitzendstandaard die een hogere geluidskwaliteit biedt dan traditionele FM-uitzendingen. Het maakt ook efficiënter gebruik van het spectrum, waardoor er meer stations in dezelfde bandbreedte passen.
FM (Frequency Modulation):
Een oudere, maar nog steeds veelgebruikte analoge radio-uitzendstandaard. FM biedt een goede geluidskwaliteit en is wijdverbreid beschikbaar.
UHF (Ultra High Frequency):
UHF-banden worden vaak gebruikt voor televisie-uitzendingen, vooral in het frequentiebereik van 300 MHz tot 3 GHz. Zowel analoge als digitale televisie kan in dit spectrum worden uitgezonden.
Bij het kiezen van een antenne die deze signalen kan ontvangen, is het belangrijk om rekening te houden met de volgende aspecten:
Frequentiebereik: Zorg ervoor dat de antenne de juiste frequentiebereiken voor DVB-T/T2, DAB+, FM en UHF ondersteunt.
Versterking: Sommige antennes hebben ingebouwde versterkers om zwakke signalen te versterken, wat handig kan zijn als je ver van de zendmast woont.
Richtingsgevoeligheid: Richtantennes zijn gevoeliger in een bepaalde richting en kunnen beter presteren in gebieden met zwakke signalen, terwijl omnidirectionele antennes signalen uit alle richtingen kunnen oppikken, wat handig is in stedelijke gebieden met meerdere signaalbronnen.
