Modem

Een modem is een apparaat dat gebruikt wordt om een internetverbinding tot stand te brengen door signalen te moduleren en demoduleren. De naam "modem" is een combinatie van "modulator" en "demodulator." In essentie zet een modem digitale gegevens om in analoge signalen (bijvoorbeeld over telefoonlijnen, kabelnetwerken of glasvezel), zodat deze over een fysieke drager (zoals een kabel of een telefoonlijn) kunnen worden verzonden. Aan de ontvangende kant zet het modem deze analoge signalen weer om in digitale gegevens zodat de computer of router deze kan begrijpen.

Er zijn verschillende soorten modems, zoals:

1. DSL-modems – Deze gebruiken telefoonlijnen voor internet en zijn nog steeds in gebruik, vooral in gebieden zonder glasvezel.
2. Kabelmodems – Deze gebruiken de coaxiale kabels van kabel-tv-netwerken om een internetverbinding tot stand te brengen. Dit is een van de meest voorkomende vormen van breedbandinternet.
3. Glasvezelmodems (ONT's) – Een Optical Network Terminal (ONT) wordt gebruikt voor glasvezelverbindingen en zet de optische signalen om in digitale signalen.
4. 4G/5G-modems – Deze werken via mobiele netwerken en worden vaak gebruikt voor mobiele of draagbare internetverbindingen.

Modems zijn meestal geïntegreerd in een router, wat betekent dat een enkel apparaat zowel de internetverbinding mogelijk maakt als het signaal verdeelt naar verschillende apparaten binnen een netwerk.